IDENTITEIT, PLAATS EN RUIMTE
Naar Geert Mak, grote verwachtingen in Europa 1999-2019
Plaats’ en ‘ruimte’, ‘place et espace’, het was ooit een belangrijk thema van de Franse filosoof Michel de Certeau. ‘Ruimte’ staat voor dynamiek, voor mogelijkheden, voor lucht en vrijheid, maar ook voor de risico’s en de wanorde die onvermijdelijk horen bij het bewandelen van nieuwe, ongebaande wegen.
[…] Europa was en is bij uitstek zo’n ruimte, met zijn streven naar vrij verkeer van goederen, kapitaal, personen en diensten, met het opheffen van grenzen, met het scheppen van nieuwe kansen, met het leggen van nooit gedachte verbanden, met de onrust ende risico’s die daar ook bij horen, het is allemaal Europa.
Den Bosch anno nu is zo’n ruimte. Met grote uitdagingen in de ruimtelijke opgaven, energietransisities, grote woningbouwopgaven en klimaatverandering, grote transformatieopgaven en veranderingen in gebruik van het buitengebied.
“Plaats’ is de plek waar we ons thuis voelen, waar traditie en omgangsvormen voorspelbaarheid, orde en veiligheid bieden, waar oude en nieuwe verhalen samenbinden, waar ‘een gezamenlijk doorleefde geschiedenis vertrouwen biedt voor een gezamenlijke toekomst. Toen ik een paar jaar lang buiten ‘ons’ dorp woonde merkte ik dat zelf: wat een ingreep bleek die verhuizing te zijn! In ‘ons’ dorp wisten we wie opeen trekker ver weg in het land aan het werk was, en met welk meisje hij verkering had. We kenden de geschiedenis en alle verhalen. We kenden de doden op het kerkhof, en we kenden hun kinderen en kleinkinderen. Zoveel draden trokken ons, hielden ons vast, en dat merkte we pas echt toen we weggingen. We kwamen terug. Wat we voelden was de kracht, de macht en ook het belang van fenomenen als ‘plaats’ en ’thuis’. Ieder mens kent dit soort gevoelens, al heeft het woord in bijna iedere taal een andere lading, van het knusse ‘Home,’ het trotse ‘Lieu’ tot het beladen ‘Heimat’.
[…]
Wees van hier,’ schrijft mijn Vlaamse naamgenoot en collega-auteur Geert van Istendael. ‘Het recept voor chili en couscous stond niet in Ons Kookboek van de Boerinnenbond, editie 1972, maar wel in de editie 2013, van dezelfde Boerinnenbond. Erken dus identiteit, in al haar stevigheid, maar ook in al haar wisselingen en lagen.’ De 21ste-eeuwse globalisering tastte dat gevoel echter steeds meer aan, en dat gold zeker voor de bijbehorende ideologie die alles becijferbaar maakte en iedere menselijkheid vergat. […]. De ‘ruimte’ vrat de ‘plaats’ steeds meer op.
Voorbeelden kunnen niet alleen gevonden worden in het Historische centrum, waar over het algemeen beleidsmatig aandacht is voor beeld-kwaliteit, maar wellicht des te meer in de dorpskernen. Verschraling ligt hier op de loer door uniforme projectontwikkeling.